Vertalingen fier FR>NL
[səfje]1 avoir confiance en ··· ou ··· - vertrouwen - vertrouwen hebben in
'Ne te fie pas à lui.'
Vertrouw hem niet.
'Je me fie à votre jugement.'
Ik vertrouw op uw oordeel.[səfje]1 qui se sent supérieur aux autres - verwaand - ingebeeld
'Il est un peu trop fier.'
Hij is een beetje te verwaand.2 très satisfait - trots - fier
'Il est très fier de son travail.'
Hij is erg trots op zijn werk.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| fier | hoogmoedig ; zelfingenomen ; zelfgenoegzaam ; verwaand ; uit de hoogte ; trots ; prat ; neerbuigend ; hovaardig ; aanmatigend ; hooghartig ; hautain ; groots ; glorieus ; flink ; fier ; arrogant |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `fier`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: orgueilleusementUitdrukkingen en gezegdes
FR: faire le
fier
NL: zich groot houden
