Vertalingen faible FR>NL
[fɛbl]1 sans force - zwak
'Il est encore faible.'
Hij is nog steeds zwak.2 qui n'est pas fort - zwak
'une lumière faible'
zwak licht3 petit - gering
'avoir des revenus faibles'
geringe inkomsten hebben4 mauvais - zwak
'un élève faible en français'
een leerling die zwak is in Frans[fɛbl]1 goût particulier - voorliefde - zwak
'Il a un faible pour le chocolat.'
Hij heeft een zwak voor chocolade.2 personne sans défense - zwakkere
'protéger les faibles'
de zwakkeren beschermen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
faible (znw.) | de zwakkeling (m) |
faible | lusteloos ; levenloos ; machteloos ; mat ; minderwaardig ; niet bezield ; onbezield ; ondermaats ; ondeugdelijk ; onmachtig ; pips ; schemerig ; schimmig ; slap ; slapjes ; slecht ; teer ; tweederangs ; wee ; ziekelijk ; zwak ; landerig ; arm ; bleekjes ; breekbaar ; broos ; dood ; energieloos ; fragiel ; futloos ; geesteloos ; inferieur ; krachteloos ; kwetsbaar ; lamlendig ; beperkt ; zwak ; schemerachtig ; licht ; laag ; klein ; donker |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `faible`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: avortonFR: chétifFR: chétiveFR: criquetFR: déficientFR: déficienteFR: délicatFR: délicateFR: désarméFR: désarméeUitdrukkingen en gezegdes
FR: du thé
faible
NL: slappe theeFR: du vin
faible
NL: lichte wijnFR: une
faible quantité
NL: een geringe hoeveelheidFR: un
faible revenu
NL: een klein inkomenFR: les économiquement
faibles
NL: de minder bedeeldenFR: le
faible d'une place
NL: de zwakke plaats van een vestingFR: avoir du
faible pour
NL: een zwak hebben voorFR: prendre quelqu'un. par son
faible
NL: iemand in zijn zwak tasten