Zie ook: file

[fil]

1 suite de choses ou de personnes - rij

  'une file d'attente'
  een wachtrij / rij wachtenden

  'se mettre à la file'
  achteraan (in de rij) aansluiten

  'une file de voitures arrêtées'
  een rij stilstaande auto's

2   à la file
à la suite les uns des autres, sans s'arrêter - achter elkaar

  'manger trois gâteaux à la file'
  achter elkaar drie taartjes opeten
© K Dictionaries Ltd.

file (v)	het gelid ; de lijn ; de linie (v) ; de rij ; de streep
file	ervandoor gegaan ; met de noorderzon vertrokken ; beeldbeweging ; garen ; gesponnen garen ; spindraad ; strand ; vezelgaren ; weefsels van zijdevezelgaren

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




FR: ligné

FR: à  la file NL: achter elkaar
FR: à  la (en) file indienne NL: achter elkaar
FR: chef de file NL: vleugelman
FR: s'embrouiller dans les feux de file NL: (spreektaal) van zijn stuk raken
FR: feu de file NL: gelederenvuur