[fotœj]

1 siège confortable - leunstoel - fauteuil

2   fauteuil roulant
siège pour personne handicapée - rolstoel/invalidenwagen
© K Dictionaries Ltd.

fauteuil (m)	de crapaud (m) ; de fauteuil (m) ; het gestoelte ; de leunstoel (m) ; de ligstoel (m) ; luie stoel (znw.) ; makkelijke stoel (znw.) ; de ruststoel (m) ; de slaapstoel (m) ; de stoel (m) ; de zetel (m)
fauteuil	leunstoel

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




FR: chaise

FR: fauteuil académique NL: zetel in de Fr. Academie
FR: fauteuil de bicyclette NL: fietsstoeltje
FR: fauteuil d'orchestre NL: stalles
FR: occuper le fauteuil NL: een vergadering leiden
FR: arriver dans un fauteuil NL: (spreektaal) gemakkelijk winnen