Vertalingen faiseur FR>NL
faiseur (m) | de auteur (m) ; de bouwer (m) ; de bouwvakker (m) ; creator (znw.) ; de maker (m) ; de schepper (m) ; de voortbrenger (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `faiseur`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: constructeurUitdrukkingen en gezegdes
FR: faiseur d'esprit
NL: grappenmaker