Vertaal
Naar andere talen: • exercer > DEexercer > ENexercer > ES
Vertalingen exercer FR>NL
[ɛgsɛʀse]

1 entraîner - oefenen

  'exercer sa mémoire'
  zijn/haar geheugen oefenen


2 mettre en action - uitoefenen

  'exercer une autorité sur ··· '
  gezag over iemand uitoefenen


3 pratiquer un métier - beoefenen

  'Il exerce la médecine.'
  Hij is een beoefenaar van de geneeskunde.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
exercer (ww.) bedekken (ww.) ; beoefenen (ww.) ; exerceren (ww.) ; functie bekleden (ww.) ; herhalen (ww.) ; inspannen (ww.) ; oefenen (ww.) ; ontwikkelen (ww.) ; overtrekken (ww.) ; praktiseren (ww.) ; repeteren (ww.) ; sport uitoefenen (ww.) ; trainen (ww.) ; uitoefenen (ww.) ; vervullen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `exercer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: pratiquer