Vertalingen épreuve FR>NL
[epʀœv]1 partie d'un examen - tentamen
'l'épreuve de philosophie'
het tentamen wijsbegeerte / het filosofietentamen2 mettre ··· à l'épreuve
évaluer les capacités de ··· - iemand testen3 malheur - beproeving
'supporter une épreuve'
een beproeving doorstaan4 compétition sportive - wedstrijd
'l'épreuve de saut à la perche'
de wedstrijd polstokhoogspringen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
épreuve (v) | het werkstuk ; de verhandeling (v) ; de test (m) ; de proefdruk (m) ; de proef (m) ; leeroefening (znw.) ; de kwelling (v) ; ernstige toetsing (znw.) ; eindscriptie (znw.) ; de drukproef ; computertoets (znw.) ; boetstraf (znw.) ; de boetedoening (v) ; de beproeving (v) |
la épreuve | het onderzoek |
épreuve | (druk)proef ; werkkopie ; toets ; de revisie (v) ; proefneming ; proefje ; proefafdruk ; proef ; eerste print ; drukproef ; de controle (v) ; conditionering ; beproeving ; bepalingsmethode ; analyse |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Antiquarian Dictionary; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `épreuve`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: adversitéFR: afflictionFR: auditionFR: brimadeFR: championnatFR: clichéFR: colleFR: compétitionFR: compositionFR: contretypeUitdrukkingen en gezegdes
FR: faire l'
épreuve de
NL: beproevenFR: mettre à l'
épreuve
NL: op de proef stellenFR: à l'
épreuve de
NL: bestand tegenFR: épreuves écrites
NL: schriftelijk examenFR: épreuve négative
NL: (fot.) negatiefFR: épreuve positive
NL: (fot.) positief