Vertalingen envie FR>NL
[ɑ̃vi]1 désir, besoin - zin - trek - behoefte
'avoir envie d'une glace'
trek hebben in een ijsje
'avoir envie de partir'
zin hebben om weg te gaan2 jalousie - afgunst - jaloersheid© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
envie (v) | de interesse (v) ; de zucht (m) ; de zin (m) ; het wensen ; de wellust (m) ; het verlangen ; stroopnagel ; het smachten ; nijnagel ; nijdnagel ; de nijd (m) ; de naijver (m) ; de lust (m) ; de kinnesinne ; de kif ; de jaloezie (v) ; de afgunst (v) ; hevig verlangen (znw.) ; heftig verlangen (znw.) ; de gretigheid (v) ; de graagte (v) ; het genot ; het genoegen ; de geboeidheid (v) ; de fascinatie (v) ; dwangnagel ; de drift ; de belangstelling (v) ; begerige ijver (znw.) ; het begeren ; de begeerte (v) ; de animo (m) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `envie`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: appétenceFR: capriceFR: concupiscenceFR: convoitiseFR: désirFR: faimFR: goûtFR: inclinaisonFR: inclinationFR: jalousieUitdrukkingen en gezegdes
FR: faire
envie
NL: nijd, jaloezie opwekkenFR: porter
envie à
NL: benijdenFR: avoir
envie de
NL: lust hebben totFR: mourir d'
envie de
NL: branden van verlangen om te