Vertaal
Naar andere talen: • déroger > DEdéroger > ENdéroger > ES
Vertalingen déroger FR>NL
déroger (ww.) forceren (ww.) ; ontbinden (ww.) ; opheffen (ww.) ; stukmaken (ww.) ; verbreken (ww.) ; verbrijzelen (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `déroger`
Voorbeeldzinnen laden....