[dʀapo]
[mv: drapeaux]
1 étendard - vlag
© K Dictionaries Ltd.

drapeau (m)	de banier ; de vlag (v) ; het vendel ; het vaandel ; de vaan ; de standaard (m) ; de spandoek (m) ; scheepsvlag (znw.) ; de commandovlag
drapeau	drapeau ; vlagformatie ; vlag ; standaard ; seinvlag ; schervenvanger ; richtingroer ; markering ; magneettrommel-markering

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




FR: pavillon

FR: drapeau blanc NL: vlag der Bourbons, witte vlag
FR: le (drapeau) tricolore NL: de vlag der Franse republiek
FR: être sous les drapeaux NL: in militaire dienst zijn
FR: (spreektaal) planter un drapeau NL: weggaan zonder betalen
FR: porter le drapeau NL: voorop lopen
FR: se ranger sous le drapeau de quelqu'un. NL: iemands partij kiezen