Vertalingen dieu FR>NL
[djø]1 être supérieur dans les religions - God
'croire en Dieu'
in God geloven
'les dieux de l'Antiquité'
de goden van de Oudheid© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
dieu (m) | de afgod (m) ; het afgodsbeeld ; de almachtige (m) ; de god (m) ; de goddelijkheid (v) ; de godheid (v) ; de heer (m) ; hemelheer (znw.) ; de hemelvader (m) ; Here (znw.) ; het idool ; het opperwezen ; de Schepper (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `dieu`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: tout-puissantUitdrukkingen en gezegdes
FR: l'argent est son
Dieu
NL: het geld is zijn afgodFR: chacun pour soi et
Dieu pour tous
NL: (spr.w) ieder voor zich en God voor allenFR: ne craindre ni
Dieu ni diable
NL: nergens bang voor zijnFR: ce que femme veut,
Dieu le veut
NL: (spr.w) de wil van d. vrouw is wetFR: la Fête-
Dieu
NL: het H. SacramentsfeestFR: homme de
Dieu
NL: priester, heilig mensFR: l'homme propose et
Dieu dispose
NL: (spr.w) de mens wikt, maar God beschiktFR: Hôtel-
Dieu
NL: hospitaalFR: Dieu merci, grâce à
Dieu
NL: God zij dankFR: plût à
Dieu
NL: gave GodFR: recevoir le bon
Dieu
NL: communicerenFR: trêve de
Dieu
NL: godsvrede