Vertalingen disculper FR>NL
disculper (ww.) | dechargeren (ww.) ; onschuld betuigen (ww.) ; onschuldig verklaren (ww.) ; vrijpleiten (ww.) ; vrijspreken (ww.) ; zuiveren (ww.) |
disculper | van blaam zuiveren |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `disculper`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: blanchirFR: excuserFR: innocenter