Vertalingen croire FR>NL
[kʀwaʀ]1 penser que ··· dit la vérité - geloven
'Il m'a cru.'
Hij heeft me geloofd.2 penser que ··· est vrai - geloven
'Je crois ce qu'il me dit.'
Ik geloof wat hij me zegt.
'faire croire ··· à ··· '
iemand iets wijs maken
croire que
(= avoir l'idée que) - geloven dat
'Je crois qu'il est déjà parti.'
Ik geloof dat hij al vertrokken is.[kʀwaʀ]1 penser que ··· existe ou va se produire - geloven
'croire au père Noël'
in de Kerstman geloven
'croire en Dieu'
in God geloven
'croire à la victoire'
in de overwinning geloven2 penser que ··· est bien - geloven
'croire au progrès'
in de vooruitgang geloven© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
croire (ww.) | aannemen (ww.) ; dunken (ww.) ; geloven (ww.) |
croire | geloven dat |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `croire`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: croire enUitdrukkingen en gezegdes
FR: à ce que je crois
NL: naar ik meenFR: à l'en
croire
NL: als men hem geloven magFR: je le crois honnête homme
NL: ik houd hem voor een eerlijk manFR: je lui crois beaucoup de fantaisie
NL: ik geloof, dat hij veel fantasie heeftFR: croyez m'en
NL: heusFR: c'est à n'y pas
croire
NL: 't is ongelooflijk