Vertalingen copain FR>NL
[kɔpɛ̃]1 ami - vriend
'une bande de copains'
een stel vrienden2 compagnon - vriendje
m
'Elle est venue avec son copain.'
Ze is met haar vriendje gekomen.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
copain (m) | compaan (znw.) ; het gabbertje ; de genoot (m) ; de gezel (m) ; de hartsvriendin (v) ; het lief ; de maat (m) ; het maatje ; het makkertje ; pal (znw.) ; de vriendin (v) ; het vriendinnetje ; het vriendje |
le copain | de vriend (m) |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Europakinderhulp
Voorbeeldzinnen met `copain`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: ami