Vertaal
Naar andere talen: • chien > DEchien > ENchien > ES
Vertalingen chien FR>NL
[ʃjɛ̃]

1 animal domestique - hond

  'chien de garde'
  waakhond


2   un temps de chien
un très mauvais temps - hondenweer

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
chien (m) de eikel (m) ; de smeerlap (m) ; de schoft (m) ; de schoelje (m) ; de schobbejak (m) ; de lul (m) ; de klootzak (m) ; het hondje ; de hond (m)
le chienhet hondengezicht
chien blokkeerpen ; trekker ; slipblok ; reu ; klauw ; hond ; haan
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `chien`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: cerbère
FR: con
FR: dogue
FR: mâtin
FR: molosse

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: être chien avec quelqu'un. NL: hardvochtig, gierig tegenover iemand zijn
FR: être comme un chien à  l'attache NL: geen enkele vrijheid hebben
FR: bon chien chasse de race (spr.w) NL: de appel valt niet ver van de boom
FR: coiffé à  la chien NL: met ponyhaar
FR: le chien du commissaire NL: de secretaris van de commissaris
FR: se regarder en chiens de faïence NL: elkaar strak en boos aankijken
FR: chien de garde NL: waakhond
FR: entre chien et loup NL: tussen licht en donker
FR: métier de chien NL: hondebaantje
FR: mourir comme un chien NL: sterven, zonder de laatste H. Sacramenten ontvangen te hebben
FR: qui veut noyer son chien, l'accuse de la rage (spr.w) NL: wie een hond wil slaan, kan gemakkelijk een stok vinden
FR: piquer un chien NL: een uiltje knappen
FR: recevoir quelqu'un. comme un chien dans un jeu de quille NL: iemand lomp ontvangen
FR: rompre les chiens NL: een gesprek afbreken
FR: ne pas valoir les quatre fers d'un chien NL: niets waard zijn
FR: chien de temps (temps de chien) NL: hondeweer
FR: chienne de vie NL: hondeleven
FR: vivre comme chien et chat NL: als kat en hond leven
FR: elle a du chien NL: ze heeft sex-appeal