Vertalingen calendrier FR>NL
[kalɑ̃dʀije]1 tableau des mois et des jours de l'année - kalender
'consulter le calendrier'
de kalender raadplegen2 emploi du temps - (tijd)schema
'avoir un calendrier chargé'
een druk bezette agenda hebben© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
calendrier (m) | de kalender (m) |
le calendrier | agenda |
calendrier | produktieplan ; programma ; stappenplan ; tijdschema ; tijdsduur ; vervalkalender |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `calendrier`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: agendaFR: almanachFR: annuaireFR: éphémérideFR: planningFR: prévisionsUitdrukkingen en gezegdes
FR: calendrier ecclésiastique
NL: kerkkalenderFR: ce n'est pas un saint de votre
calendrier
NL: dat is geen vriend van uFR: vouloir réformer le
calendrier
NL: iets willen veranderen, wat geen verbetering behoeft