[bɔn]

1 femme de ménage - dienstmeisje
© K Dictionaries Ltd.

bonne (znw.)	het vrouwspersoon ; het vrouwmens ; de sloof (v) ; het moeke ; de huissloof (v) ; het dienstmeisje ; de dienstbode (v)
bonne (v)	goed
bonne	zalig ; heerlijk ; verrukkelijk ; smakelijk ; reuzelekker ; overheerlijk ; lekker ; kostelijk ; hemels

Bronnen: interglot; Wikipedia




FR: agréable
FR: altruiste
FR: bienfaisante
FR: bienveillante
FR: charitable
FR: clémente
FR: débonnaire
FR: délicieuse
FR: douce
FR: exquise

FR: bonne d'enfants NL: kindermeisje
FR: bonne à  tout faire NL: meisje alleen
FR: bonne amie NL: geliefde
FR: souhaiter une bonne année NL: een gelukkig nieuwjaar wensen
FR: dire la bonne aventure NL: de toekomst voorspellen
FR: faire bonne chère NL: goede sier maken
FR: faire bonne contenance NL: zich goed houden
FR: à  la bonne heure NL: goed zo!
FR: de bonne heure NL: vroeg
FR: avoir bonne mine NL: er goed uitzien