Vertalingen biens FR>NL
biens (m) | het goedje ; de zaken ; de zaakjes ; het waren ; de waar (v) ; het vermogen ; de verbruiksgoederen ; de spullen ; de koopwaar ; de inboedel (m) ; het huisraad ; de have ; de handelswaar ; handelsgoederen (znw.) ; de goederen ; het geldelijk vermogen ; de eigendommen ; de eigendom (m) ; het dingen ; de boedel (m) ; de bezittingen ; de bezitting (v) ; het bezit |
biens | activa ; voorwerpen ; middelen ; goederen ; eigendom |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `biens`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: actif