Vertalingen BON FR>NL
[bɔ̃]1 qui convient - goed
'une bonne idée'
een goed idee
'être bon pour la santé'
goed zijn voor de gezondheid2 réussi - lekker
'Le repas était très bon.'
De maaltijd was erg lekker.
'de bonnes vacances'
fijne vakantie
'Bon anniversaire !'
Gefeliciteerd met je/uw verjaardag!
'Bonne année !'
Gelukkig nieuwjaar!3 gentil, charitable - (goed)aardig
'être bon avec ··· '
aardig zijn tegen iemand
'faire une bonne action'
een goede daad verrichten4 compétent - goed
'un bon médecin'
een goed arts
'être bon en dessin'
goed zijn in tekenen5 c'est bon !
ça suffit ! - zo is het wel genoeg!6 grand - groot
'trois bons kilomètres'
ruim drie kilometer7 pour de bon
réellement - werkelijk
'Il est parti pour de bon.'
Hij is echt vertrokken.[bɔ̃]1 sentir bon
avoir une odeur agréable - lekker ruiken2 il fait bon
la température est agréable - het is lekker weer[bɔ̃]1 gentil - goede
'les bons contre les méchants'
de goeden tegen de kwaden2 avoir du bon
avoir des avantages - voordelen hebben
'Cette situation a du bon.'
Deze toestand heeft voordelen.[bɔ̃]1 papier qu'on échange contre ··· - bon - bewijsje
'un bon de commande'
een bestelbon© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bon (znw.) | de tegoedbon (m) ; de coupon (m) ; het akkoord |
bon (m) | goed |
le bon | de waardebon (m) ; de bon (m) |
bon | rechtvaardig ; juist ; rechtschapen ; rechtgeaard ; plezierig ; passend ; overheerlijk ; mild ; mee eens ; lekker ; kostelijk ; in orde ; reuzelekker ; smakelijk ; tof ; verlokkend ; verrukkelijk ; voorkomend ; vriendelijk ; zachtaardig ; zachtmoedig ; zachtzinnig ; zalig ; hulpvaardig ; aangenaam ; aanlokkelijk ; adequaat ; attent ; behulpzaam ; bekwaam ; braaf ; capabel ; competent ; geschikt ; goedaardig ; goedhartig ; goedig ; goedmoedig ; goeiig ; heerlijk ; hemels ; gepast |
BON (Afkorting) | verhandelbaar orderbriefje |
bon | blijft ; bon ; bonito ; genietbaar ; goed ; promesse ; waardebon ; Atlantische boniter |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `BON`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: agréableFR: altruisteFR: bienfaisantFR: bienveillantFR: bonasseFR: braveFR: charitableFR: clémentFR: d'accordFR: débonnaireUitdrukkingen en gezegdes
FR: bon ami,
bonne amie
NL: geliefdeFR: souhaiter une
bonne année
NL: een gelukkig nieuwjaar wensenFR: bon an, mal an
NL: door elkaar gerekendFR: dire la
bonne aventure
NL: de toekomst voorspellenFR: faire
bonne chère
NL: goede sier makenFR: à
bon compte
NL: goedkoopFR: faire
bonne contenance
NL: zich goed houdenFR: les
bons comptes font les
bons amis (spr.w)
NL: effen rekeningen maken goede vriendenFR: cela est
bon à dire
NL: dat kun je gemakkelijk zeggenFR: bon frais
NL: gunstige, krachtige wind (scheepvaart)FR: à la
bonne heure
NL: goed zo!FR: de
bonne heure
NL: vroegFR: les
bons maîtres font les
bons valets
NL: zo heer, zo knechtFR: à
bon marché
NL: goedkoopFR: de
bon matin
NL: vroegFR: avoir
bonne mine
NL: er goed uitzienFR: bon nombre
NL: heel watFR: pour de
bon
NL: voor goed, in ernstFR: arriver
bon premier
NL: goede eerste zijnFR: à quoi
bon
NL: waar dient het voor?FR: le
bon ton
NL: beschaafde manierenFR: tout de
bon
NL: voor goed, in ernstFR: du
bon sens
NL: gezond verstandFR: à
bon vin pas d'enseigne
NL: goede wijn behoeft geen kransFR: il y a du
bon dans cet ouvrage
NL: er is wat goeds in dat werkFR: le
bon de l'histoire, c'est que
NL: het aardige van de zaak isFR: bon d'essence
NL: benzinebon