[bijɛ]

1 argent - (bank)biljet

  'billet de vingt euros'
  biljet van twintig euro

2 ticket - kaartje

  'un billet de train'
  een treinkaartje

  'un billet aller retour'
  een retourkaartje

  'un billet de concert'
  een entreebewijs voor een concert
© K Dictionaries Ltd.

billet (m)	het kattebelletje ; het tramkaartje ; het toegangsbewijs ; het ticket ; het spoorkaartje ; het schrijfsel ; het reisbiljet ; het plaatsbewijs ; het papiergeld ; de krabbel ; het kladje ; het kladbriefje ; het kaartje ; de kaart ; het entreebiljet ; het briefje ; het bewijs ; beweringsgrond (znw.) ; het bankbiljet ; de aantekening (v)
le billet	het vliegtuigticket ; het biljet
billet	kaartje ; vervoerbewijs

Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.




FR: argent
FR: assignat
FR: attestation
FR: bon
FR: bulletin
FR: carte
FR: certificat
FR: coupon
FR: coupure
FR: devise

FR: billet de banque NL: bankbiljet
FR: billet de concert NL: entreebewijs voor concert
FR: billet doux NL: liefdesbriefje
FR: billet de logement NL: inkwartieringsbiljet
FR: billet de loterie NL: loterijbriefje
FR: billet à  ordre NL: promesse
FR: billet de faire part NL: kennisgeving (van verloving etc.)
FR: billet de spectacle NL: toegangsbewijs voor schouwburg
FR: je vous donne mon billet que... NL: ik verzeker u dat...