Zie ook: avancé

[avɑ̃s]

1 action de progresser, d'aller en avant - opmars

2 distance parcourue devant ··· - voorsprong

  'avoir de l'avance sur ··· '
  voorsprong hebben op iemand

3 anticipation sur le moment prévu - voorsprong

  'avoir une heure d'avance'
  een voorsprong van een uur hebben

   à l'avance d'avance en avance
   (= avant le moment prévu) - van tevoren

  'arriver en avance à un rendez-vous'
  te vroeg op een afspraak komen

  'Merci d'avance !'
  Bij voorbaat dank!

4 paiement anticipé - voorschot

  'demander une avance sur salaire'
  een voorschot op zijn salaris vragen

5   avances
tentatives faites pour établir des liens avec ··· - avances

  'faire des avances à ··· '
  bij iemand avances maken[avɑ̃s]


1 qui a commencé depuis longtemps - (ver)gevorderd

  'à une heure avancée de la nuit'
  op een vergevorderd uur

  'maladie à un stade avancé'
  ziekte in een vergevorderd stadium

2 qui est en avance sur les autres, évolué - hoogontwikkeld

  'une technique avancée'
  een geavanceerde techniek
© K Dictionaries Ltd.

avance (v)	de voortgang (m) ; de aantocht (m) ; de opmars ; de subsidie (v) ; de tegemoetkoming (v) ; de toelage ; het voorschot ; de voorsprong (m)
avance	gevorderd ; vooruitstrevend ; vooruitstekend ; vooruitspringend ; vergevorderd ; uitspringend ; progressief ; naar voren staand ; laatste ; geavanceerde ; geavanceerd ; allernieuwste ; advance ; aanzet ; gelden ter goede rekening ; lening ; papiertransport ; plusaanwijzing ; pluswijzing ; snijsnelheid ; snijsnelheid per min. ; snijsnelheid per slag ; uitlening ; voorloop ; voorschot ; vooruitgang

Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.




FR: acompte
FR: approché
FR: avancée
FR: marche
FR: offre
FR: progression

FR: la belle avance! NL: wat schiet ik daar nu mee op!
FR: faire des avances NL: iemand (figuurlijk) tegemoetkomen bij verzoening etc.
FR: à  l'avance NL: tevoren
FR: d'avance, par avance NL: vooruit, bij voorbaat
FR: en avance NL: te vroeg