Vertalingen assigner FR>NL
[asiɲe]1 attribuer, donner - toewijzen
'assigner une place à ··· '
iemand een plaats toewijzen2 convoquer devant un juge - dagvaarden© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
assigner (ww.) | iets toekennen (ww.) ; voor het gerecht roepen (ww.) ; voor het gerecht ontbieden (ww.) ; voor het gerecht dagen (ww.) ; verordenen (ww.) ; toewijzen (ww.) ; toekennen (ww.) ; toebedelen (ww.) ; opdragen (ww.) ; gunnen (ww.) ; gelasten (ww.) ; gebieden (ww.) ; decreteren (ww.) ; dagvaarden (ww.) ; dagen (ww.) ; commanderen (ww.) ; bevelen (ww.) |
assigner | toekennen |
Bronnen: interglot; A.M.T.S.
Voorbeeldzinnen met `assigner`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: citer