Vertalingen affolement FR>NL
[afɔlmɑ̃]1 état de panique - radeloosheid
'Pas d'affolement, tout va s'arranger !'
Geen paniek, alles komt in orde!© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
affolement (m) | ontsteldheid (znw.) ; de paniek (v) ; de verbijstering (v) ; de verbouwereerdheid (v) ; de verwardheid (v) ; de verwarring (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `affolement`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: agitationFR: bouleversementFR: déraisonFR: désarroiFR: effroiFR: égarementFR: folieFR: frayeurFR: inquiétudeFR: panique