Vertalingen actif FR>NL
[aktif]1 qui a une action, une activité - actief - werkend
'la population active'
de beroepsbevolking2 efficace et rapide - werkzaam
'un médicament actif'
een werkzaam geneesmiddel© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
actif (znw.) | de inboedel (m) ; het huisraad ; de boedel (m) ; het activum |
actif (m) | activa (p) |
actif | druk ; daadkrachtig ; dynamisch ; energiek ; levendig ; nijver ; noest ; onrustig ; roerig ; snelwerkend ; werkend ; werkzaam ; woelig ; bezig ; actief ; actieve vorm ; arbeidend ; arbeidzaam ; bedrijvende vorm ; bedrijvig ; beweeglijk ; actief ; werkzaam ; vermogensbestanddeel ; radioactief ; proactief ; ondernemend ; N10 ; geactiveerd ; bedrijfsvermogen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `actif`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: affairéFR: agissantFR: déluréFR: diligentFR: empresséFR: entreprenantFR: fringantFR: laborieuxFR: nerveuxFR: occupéUitdrukkingen en gezegdes
FR: voix
actifve
NL: bedrijvende vormFR: à son
actif
NL: op zijn rekening/kerfstok/conto