Vertalingen étendre FR>NL
[etɑ̃dʀ]1 déployer - uitstrekken
'étendre ses jambes'
zijn benen uitstrekken
'étendre du linge'
de was uithangen2 allonger ··· - plat neerleggen
'étendre un blessé'
een gewonde op zijn rug neerleggen3 développer - verruimen - uitbreiden
'étendre ses connaissances sur un sujet'
zijn/haar kennis over een onderwerp uitbreiden/verruimen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
étendre (ww.) | verbreiden (ww.) ; uitrekken (ww.) ; uitslaan (ww.) ; uitsmeren (ww.) ; uitspreiden (ww.) ; uitvouwen (ww.) ; uitzaaien (ww.) ; uitzenden (ww.) ; uitzwellen (ww.) ; verbreden (ww.) ; uitklappen (ww.) ; verbreider (ww.) ; verdeler (ww.) ; verdiepen (ww.) ; vergroten (ww.) ; verlengen (ww.) ; vermeerderen (ww.) ; verspreiden (ww.) ; verwijden (ww.) ; zalven (ww.) ; uithangen (ww.) ; breder maken (ww.) ; klaar leggen (ww.) ; ontvouwen (ww.) ; openspreiden (ww.) ; openvouwen (ww.) ; oprekken (ww.) ; opspannen (ww.) ; rekken (ww.) ; rondstrooien (ww.) ; spannen (ww.) ; strekken (ww.) ; talrijker maken (ww.) |
étendre | aanlengen ; vergroten ; uitrekken ; uitpakken ; uitbreiden ; ontdichten |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `étendre`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
FR: étendre du beurre
NL: boter smerenFR: étendre quelqu'un. par terre
NL: iemand op de grond werpenFR: étendre la vue sur
NL: zijn blik laten gaan overFR: étendre un tapis
NL: een kleed uitleggen