Vertalingen échauffer FR>NL
[seʃofe]1 préparer ses muscles à l'effort - zich opwarmen
's'échauffer avant un match'
zich opwarmen voor een wedstrijd© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| échauffer (ww.) | eten opwarmen (ww.) ; opwarmen (ww.) ; verhitten (ww.) ; verwarmen (ww.) ; warm maken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `échauffer`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: animerFR: chaufferFR: enflammerFR: exalterFR: exciterFR: réchaufferUitdrukkingen en gezegdes
FR: échauffer la bile à quelqu'un.
NL: iemand kwaad maken
