Vertaal
Naar andere talen: • vivre > ENvivre > ESvivre > NL
Vertalingen vivre FR>DE
vivre (ww.) besteht (ww.) ; dasein (ww.) ; durchmachen (ww.) ; erfahren (ww.) ; erleben (ww.) ; existieren (ww.) ; feststellen (ww.) ; fortbestehen (ww.) ; leben (ww.) ; merken (ww.) ; miterleben (ww.) ; mitmachen (ww.) ; wahrnehmen (ww.) ; wohnen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `vivre`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: loger