Vertaal
Naar andere talen: • présupposer > ENprésupposer > ESprésupposer > NL
Vertalingen présupposer FR>DE
présupposer (ww.) annehmen (ww.) ; erfordern (ww.) ; glauben (ww.) ; postulieren (ww.) ; vermuten (ww.) ; Vermutung anstellen (ww.) ; voraussetzen (ww.) ; vorbringen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `présupposer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: préjuger
FR: supposer