Vertaal
Naar andere talen: • polluer > ENpolluer > ESpolluer > NL
Vertalingen polluer FR>DE
polluer (ww.) beschmutzen (ww.) ; einschmieren (ww.) ; flecken (ww.) ; kleksen (ww.) ; schmutzen (ww.) ; sudeln (ww.) ; versauen (ww.) ; verschmutzen (ww.) ; verunreinigen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `polluer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: corrompre
FR: maculer
FR: profaner
FR: salir
FR: souiller