Vertalingen papoter FR>DE
papoter (ww.) | bemerken (ww.) ; geifern (ww.) ; petzen (ww.) ; reden (ww.) ; sabbeln (ww.) ; sabbern (ww.) ; sagen (ww.) ; schnattern (ww.) ; trielen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `papoter`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: prononcer