Vertalingen zapatería ES>NL
la zapatería
zelfst.naamw.
1) establecimiento donde se fabrica, repara o vende calzado commercie -
schoenmakerij , schoenenzaak | Compró una botas en la zapatería del centro comercial. - Hij kocht een paar laarzen in de schoenenzaak van het winkelcentrum. |
2) arte o técnica de fabricar o reparar calzado notPredefined" freeValue="occupations -
schoenmakerij | Su padre lo inició en la zapatería. - Zijn vader heeft hem ingewijd in de schoenmakerij. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la zapatería (v) | de schoenenwinkel (m) ; de schoenwinkel (m) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `zapatería`
Voorbeeldzinnen laden....
