Vertalingen voto ES>NL
el voto
zelfst.naamw.
1) manifestación de la opinión o voluntad de las personas consultadas en una elección -
stem | El candidato ganador obtuvo el sesenta porciento de los votos. - De winnende kandidaat verkreeg zestig procent van de stemmen. |
 voto de confianza
(=autorización que se otorga a una persona para actuar con libertad en un asunto determinado) - motie van vertrouwen
El jefe me dio su voto de confianza para esta venta. - De baas heeft me zijn motie van vertrouwen gegeven voor deze verkoop.
|
2) papel en el que se expresa esta opinión o voluntad -
stembiljet | Muchos electores depositaron en la urna votos en blanco. - Veel kiezers hebben blanco stembiljetten in de stembus gedaan. |
3) derecho que tiene una persona de manifestar su opinión o voluntad en una elección juridisch -
stemrecht | tener derecho a voto - stemrecht hebben |
4) deseo de que se cumpla lo expresado -
wens | Hago votos para que tu problema se solucione. - Ik hoop dat je probleem wordt opgelost. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| el voto (m) | het beschikkingsrecht ; een stem uitbrengen (znw.) ; de keuze ; kiesstem (znw.) ; kiezen (znw.) ; ordegelofte (znw.) ; de stem (v) ; de stembusgang (m) ; stemmen (znw.) ; de voogdij (v) ; waarvoor gestemd wordt (znw.) ; de zeggenschap (v) |
| voto | het Wotisch |
Bronnen: interglot; Trueterm; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `voto`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abstenciónES: blasfemiaES: colaboraciónES: contribuciónES: derecho a disponerES: juramentoES: palabraES: palabra de honorES: participaciónES: poder de disponer
