Vertaal
Naar andere talen: • ventilar > DEventilar > ENventilar > FR
Vertalingen ventilar ES>NL

I ventilar

werkw.
Uitspraak:  [benti'laɾ]

1) hacer circular el aire en un lugar cerrado - ventileren
Abrió las ventanas para ventilar la sala. - Hij deed de ramen open om de zitkamer te ventileren.

2) exponer a la acción del viento una cosa para quitarle el olor o la humedad - luchten
Sacó a ventilar una alfombra. - Hij heeft een tapijt buiten gelegd om te luchten.

3) dar a conocer al público un asunto privado - ventileren
Ventilaba chismes en la oficina. - Hij ventileerde roddels op kantoor.

4) tratar de solucionar un asunto o problema con rapidez - uitpraten
ventilar unas gestiones - enkele formaliteiten bespreken


II ventilarse

werkw.
Uitspraak:  [benti'laɾse]

distenderse después de una tarea prolongada - een luchtje scheppen
Caminaba a su casa de vuelta del trabajo para ventilarse. - Hij liep na zijn werk naar huis terug om een luchtje te scheppen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ventilar (ww.) ventileren (ww.)
ventilar ventileren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `ventilar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: airear
ES: desaguar
ES: orear
ES: tomar el aire