Vertaal
Naar andere talen: • vengar > DEvengar > ENvengar > FR
Vertalingen vengar ES>NL

I vengar

werkw.
Uitspraak:  [ben'gaɾ]

devolver un agravio con otro dirigido a la persona responsable - wreken
Hamlet vengó el asesinato de su padre. - Hamlet heeft de moord op zijn vader gewroken.


II vengarse

werkw.
Uitspraak:  [ben'gaɾse]

ofender a una persona responsable de una ofensa anterior - zich wreken
Esperó largamente para poder vengarse de su traición. - Hij heeft lang gewacht om zich te wreken voor zijn verraad.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vengar (ww.) vergelden (ww.) ; wreken (ww.) ; zich wreken (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `vengar`
Voorbeeldzinnen laden....