Vertalingen vengar ES>NL
I vengar
werkw.
devolver un agravio con otro dirigido a la persona responsable -
wreken Hamlet vengó el asesinato de su padre. - Hamlet heeft de moord op zijn vader gewroken. |
II vengarse
werkw.
ofender a una persona responsable de una ofensa anterior -
zich wreken Esperó largamente para poder vengarse de su traición. - Hij heeft lang gewacht om zich te wreken voor zijn verraad. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vengar (ww.) | vergelden (ww.) ; wreken (ww.) ; zich wreken (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `vengar`

Voorbeeldzinnen laden....