Vertalingen variable ES>NL
I variable
bijv.naamw.
1) que cambia o puede cambiar y transformarse en ciertos aspectos -
verstelbaar La silla del escritorio tiene una altura variable. - De bureaustoel heeft een verstelbare hoogte. |
2) que está sujeto a cambios frecuentes -
wisselvallig Tiene un humor muy variable. - Hij heeft een zeer wisselvallig humeur. |
3) que presenta formas distintas que manifiestan diversos accidentes gramaticales taalkunde -
veranderlijk La mayoría de los nombres son variables y flexionan en género y número. - De meerderheid van de naamwoorden zijn veranderlijk en hebben een verbuiging in geslacht en getal. |
II la variable
zelfst.naamw.
1) factor que cambia en un grupo de individuos o hechos analizados en una investigación -
variabele La variable dominante en el problema del analfabetismo es la deserción escolar. - De hoogste variabele bij het probleem van het analfabetisme is het schoolverzuim. |
2) símbolo que representa los valores que puede tomar una magnitud wiskunde -
variabele La x es la variable de esta ecuación. - De x is de variabele van deze vergelijking. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la variable | de variabele |
variable | ettelijke ; meerdere ; onbestendig ; onstabiel ; variabel ; variërend ; veranderlijk ; verscheidene ; verschillende ; wisselend ; wisselvallig ; grootheid ; regelbaar ; Variabele |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `variable`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: antojadizoES: cambianteES: caprichosoES: cuestionableES: de manera inestableES: diferentesES: diversosES: fluctuanteES: inciertoES: inconstante