Vertalingen travesura ES>NL
la travesura
zelfst.naamw.
acción levemente dañina que realiza una persona, en general un niño, por diversión -
ondeugendheid El niño anda siempre tramando una nueva travesura. - Het kind zit altijd een nieuwe kwajongensstreek uit te halen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la travesura (v) | de baldadigheid (v) ; deugnieterij (znw.) ; de grap (v) ; het kattenkwaad ; de kwajongensstreek ; de lelijkheid (v) ; de ondeugendheid (v) ; de schelmenstreek ; de schelmerij (v) ; de snaaksheid (v) ; de stoutheid (v) ; de streek (v) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `travesura`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: antojoES: arbitrariedadES: atrocidadES: barrabasadaES: bellaqueríaES: bribonadaES: caprichoES: chiquilladaES: comicidadES: desafuero