Vertalingen tránsito ES>NL
el tránsito
zelfst.naamw.
1) acción de recorrer un lugar o pasar por él -
voorbijgaan El tránsito de los peatones a la hora de salida del trabajo es muy denso. - Het voorbijgaan van voetgangers is heel druk rond het einde van de werktijd. |
2) paso de vehículos por un lugar -
verkeer Se produjo una congestión de tránsito en el acceso a la ciudad. - Er deed zich een verkeersopstopping voor in de toegang tot de stad. |
3) paso de un estado a otro -
doorvoer Mi tránsito por la universidad me dejó grandes amigos. - Tijdens mijn doorgang op de universiteit heb ik veel ware vrienden gekregen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el tránsito (m) | de doorreis ; de doorrit (m) ; de doortocht (m) ; de doorvaart ; de doorvoer (m) ; het transito |
tránsito | doorgeleiding ; doorreis ; doortocht ; doorvaart ; doorvoer ; douanevervoer ; passage ; transit ; transito ; verkeer |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `tránsito`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: circulaciónES: movimientoES: tráfico