Vertalingen toga ES>NL
la toga
zelfst.naamw.
prenda de vestir similar a una túnica distintiva de ciertas profesiones -
toga El juez se colocó la toga antes de subir al estrado. - De rechter deed zijn toga aan voor het betreden van de rechtszaal. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la toga (v) | het ambtsgewaad ; ambtskleden (znw.) ; ambtskleed (znw.) ; de onderbroek (m) ; het ornaat ; de robe ; de slip (m) ; het slipje ; de tabberd (m) ; de toga |
toga | toga |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `toga`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: bragasES: braguitaES: calzoncillosES: slipES: traje de ceremonia