Vertalingen timón ES>NL
el timón
zelfst.naamw.
1) pieza articulada de hierro o madera usada para conducir una embarcación scheepvaart -
roer Sostenía el timón con firmeza en medio de la tormenta. - Hij hield het roer stevig vast in het midden van de storm. |
2) pieza similar que acciona el mecanismo de dirección de otro tipo de naves luchtvaart -
roer el timón de un avión - het roer van een vliegtuig |
3) dirección o gobierno de un negocio -
roer El timón de la empresa ha ido pasando de padres a hijos desde su fundación. - Het roer van het bedrijf is sinds de oprichting van vader op zoon doorgegeven. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el timón (m) | de disselboom (m) ; de helmstok (m) ; het roer ; de stuurstok (m) ; het stuurwiel |
timón | dissel ; roer |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `timón`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: caña del timónES: manillarES: rueda del timónES: volante