Vertaal
Naar andere talen: • sábado > DEsábado > ENsábado > FR
Vertalingen sábado ES>NL

el sábado

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['saβaðo]

día de la semana entre el viernes y el domingo - zaterdag
Los sábados trabajo sólo de mañana. - Op zaterdagen werk ik alleen ´s ochtends.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el sábado (m) de sabbat (m) ; de zaterdag (m)
Bronnen: Wikipedia; Omegawiki.org

Voorbeeldzinnen met `sábado`
Voorbeeldzinnen laden....