Vertalingen suficiencia ES>NL
la suficiencia (v) | de arrogantie (v) ; het egotisme ; de eigendunk (m) ; de eigenwaan (m) ; de genoegzaamheid (v) ; de hoogmoed (m) ; de ijdelheid (v) ; de pretentie (v) ; de tevredenheid (v) ; de zelfgenoegzaamheid (v) ; de zelfingenomenheid (v) |
suficiencia | competentie ; toereikendheid |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `suficiencia`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aire de importanciaES: altaneríaES: altivezES: amor propioES: arroganciaES: autosuficienciaES: desdénES: desprecioES: engreimientoES: fatuidad