Vertalingen sucio ES>NL
I sucio, -cia
bijv.naamw.
1) que tiene impurezas o manchas -
vuil El automóvil está sucio. - De auto is vuil. |
2) que produce suciedad -
vervuilend una fábrica sucia - een vervuilende fabriek |
3) que dura poco tiempo limpia, en especial por ser de color claro -
vuil La chaqueta blanca es muy sucia. - Het witte jasje wordt snel vuil. |
4) que no cuida su higiene o la de sus cosas -
vies un individuo sucio y desalineado - een vies en slonzig figuur |
5) que es contrario a la moral -
onzedelijk una proposición sucia - een onzedelijk voorstel |
II sucio
bijwoord
de manera contraria a las reglas y normas -
vals jugar sucio - vals spelen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sucio | stuitend ; schuin ; schurft hebbend ; schurftachtig ; schurftig ; sletterig ; slonzig ; slordig ; smeerachtig ; smerig ; smoezelig ; ranzig ; vervuild ; vies ; viespoes ; viezig ; voddig ; vuil ; vunzig ; walgelijk ; weerzinwekkend ; zedeloos ; morsig ; bedoezeld ; besmeurd ; bevuild ; dellerig ; gevlekt ; goor ; groezelig ; kliederig ; knoeierig ; met vuil bemorst ; obsceen ; onappetijtelijk ; ongewassen ; onkies ; onkuis ; onrein ; onsmakelijk ; onverkwikkelijk ; onzindelijk ; vuilschalig |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `sucio`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abyectoES: aduladorES: andrajosoES: asquerosoES: babosoES: chapuzoES: chocanteES: cochambrosoES: contaminadoES: cutre