Vertalingen suavidad ES>NL
la suavidad
zelfst.naamw.
1) cualidad de lo que se presenta liso y blando al tacto -
zachtheid | La suavidad de sus labios era embriagadora. - De zachtheid van zijn lippen was bedwelmend. |
2) cualidad de lo que no provoca impresiones fuertes -
mildheid | un aroma de gran suavidad - een zeer mild aroma |
3) carencia de brusquedad en el desarrollo de una acción -
mildheid | Mi madre reprochaba nuestras faltas con suavidad. - Mijn moeder maakte op milde toon opmerkingen over onze fouten. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la suavidad (v) | de compassie (v) ; de goedaardigheid (v) ; de hartelijkheid (v) ; de liefheid (v) ; de liefkozing (v) ; de ondersteuning (v) ; de zoetheid (v) |
| suavidad | gladheid ; zachtheid ; zachtheid(van een sigaret) |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `suavidad`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: afabilidadES: amabilidadES: amorES: apasionamientoES: asistenciaES: auxilioES: ayudaES: ayudanteES: benevolenciaES: benignidad
