Vertalingen ruido ES>NL
el ruido
zelfst.naamw.
1) sonido inarticulado más o menos fuerte -
geluid percibir ruidos extraños - vreemde geluiden horen |
2) alboroto causado por una o varias personas -
lawaai meter ruido - herrie maken |
3) señal extraña que interfiere en un sistema de comunicación -
storing La llamada del celular produce ruidos en el sistema de audio. - Het telefoontje van de mobiel veroorzaakt storing in het audiosysteem. |
4) revuelo ocasionado por algo -
onrust La vuelta de los exiliados hace ruido en la opinión general. - De terugkeer van de bannelingen veroorzaakt onrust in de publieke opinie. |
mucho ruido y pocas nueces (=señala decepción ante algo que había generado gran expectativa) - veel geschreeuw en weinig wol
Los anuncios del Gobierno fueron mucho ruido y pocas nueces. - De aankondigingen van de overheid waren veel geschreeuw en weinig wol.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el ruido (m) | het gedruis ; het tumult ; de toon (m) ; het spektakel ; het rumoer ; de luidruchtigheid (v) ; het leven ; het lawaai ; klankgeluid (znw.) ; de klank (m) ; het kabaal ; de herrie (v) ; het gezoem ; het geluid ; het gebrom |
ruido | ballast ; trillingen ; stoorsignaal ; stoorpuls ; ruis ; onzekerheid ; lawaai ; geruis ; geluidhinder ; geluid ; false drop ; elektromagnetische ruis |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ruido`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acústicaES: afluenciaES: alborotoES: algarabíaES: aullidoES: barulloES: bataholaES: berridoES: bramidoES: bulla