Vertalingen pícaro ES>NL
pícaro, -ra
bijv.naamw.
| Uitspraak: | ['pikaɾo, -ɾa] |
1) que tiene habilidad y cierta malicia -
sluw | un vendedor pícaro - een sluwe verkoper |
2) que hace travesuras -
ondeugend | Tienes un hijo muy gracioso y pícaro. - Je hebt een heel grappige en ondeugende zoon. |
3) que es ligeramente erótico sin ser grosero -
zwoel | Le susurró unas palabras pícaras. - Hij fluisterde haar enige zwoele woorden toe. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| pícaro (znw.) | de delinquent (m) ; de stouterd (m) ; de stinkerd (m) ; de schurk (m) ; de schobbejak (m) ; de schelm (m) ; de schavuit (m) ; de schalk (m) ; de rekel (m) ; de rakker (m) ; picaro (znw.) ; de paljas (m) ; de olijkerd (m) ; de misdadiger (m) ; de galgenbrok |
| pícaro | spotachtig ; snaaks ; schelms ; schelmachtig ; schalks ; schalkachtig ; ondeugend ; loszinnig ; kwajongensachtig ; guitig ; crimineel ; bengelachtig ; beledigend ; kwetsend |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `pícaro`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: arteroES: astutoES: bribónES: buscónES: cazurroES: cucoES: diablilloES: en bromaES: gazapoES: golfo
