Vertaal
Naar andere talen: • pulso > DEpulso > ENpulso > FR
Vertalingen pulso ES>NL

el pulso

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['pulso]

1) latido intermitente del corazón o las arterias perceptible en ciertas partes del cuerpo - polsslag
El médico me tomó el pulso. - De arts nam mijn polsslag.

2) firmeza en la mano para hacer algo con precisión - pols
Me tiembla el pulso. - Ik heb een bevende pols.

3) cuidado en el tratamiento de un asunto - tact
Hay que tomar medidas urgentes pero con pulso. - Men moet urgente maatregelen nemen maar met tact.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el pulso (m) de hartklop (m) ; de hartslag (m) ; de pols (m) ; de polsslag (m)
pulso aandrift ; impuls ; impulsio ; impulsus ; pols ; pulsus ; zenuwinmpuls
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `pulso`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: diástole
ES: latido del corazón
ES: pulsación
ES: sístole