Vertalingen pulpa ES>NL
la pulpa
zelfst.naamw.
1) parte blanda, carnosa y en general comestible del interior de los frutos -
vruchtvlees | El kiwi tiene una pulpa muy dulce. - De kiwi heeft zeer zoet vruchtvlees. |
2) parte esponjosa del interior de troncos y tallos -
pulp | Con la pulpa de los árboles se hace papel. - Met de pulp van de bomen wordt papier gemaakt. |
3) cualquier materia vegetal triturada -
pulp | pulpa de manzana - moes van appelen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la pulpa (v) | houtbrij (znw.) ; houtpap (znw.) ; de pulp ; het vruchtvlees |
| pulpa | druivepulp ; pulp ; pulpa ; vruchtvlees |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `pulpa`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: carneES: carne de frutaES: carne de la frutaES: médulaES: pastaES: pasta de maderaES: pulpa de madera
