Vertalingen propietario ES>NL
el/la propietario, -ria
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [pɾopje'taɾjo, -ɾja] |
persona que tiene facultad de poseer y disponer de algo -
eigenaar, eigenares el propietario de una estancia - de eigenaar van een landgoed |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el propietario (m) | het eigenares ; de portier (m) ; de landheer (m) ; de landeigenaar (m) ; landbezitter (znw.) ; de kamerverhuurder (m) ; huurbaas (znw.) ; de huisheer (m) ; de huisbaas (m) ; de houder (m) ; de hospes (m) ; de grondeigenaar (m) ; de grondbezitter (m) ; de eigenaar (m) ; de drager (m) ; de conciërge ; de bezitter (m) ; de bezitster (v) |
propietario | bouwheer ; opdrachtgever ; houdster ; houder ; eigendoms- ; eigenaar ; eigen vervoerder |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm; cibg.be
Voorbeeldzinnen met `propietario`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: administradorES: amoES: arrendadorES: caseroES: conserjeES: dueñoES: estancieroES: ganaderoES: guardadorES: hacendado