Vertaal
Naar andere talen: • pasmar > DEpasmar > ENpasmar > FR
Vertalingen pasmar ES>NL

I pasmar

werkw.
Uitspraak:  [pas'maɾ]

1) causar gran sorpresa a alguien - versteld doen staan
Su actuación pasmó al público. - Zijn optreden deed het publiek versteld staan.

2) producir parálisis o suspensión de los sentidos en diferentes grados - doen verstijven
Un fuerte resfrío puede pasmarte. - Een heftige verkoudheid kan je doen verstijven.


II pasmarse

werkw.

1) asombrarse por algún dicho o hecho - versteld staan
Se quedó pasmado con mis palabras. - Hij stond versteld van mijn woorden.

2) padecer suspensión de los sentidos en diferentes grados - perplex staan
El miedo me dejó pasmado un buen rato. - Ik stond een tijdje perplex van angst.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
pasmar (ww.) overdonderen (ww.) ; verbluffen (ww.) ; verdoven (ww.) ; verdwazen (ww.)
pasmar ontstellen ; verbazen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Omegawiki.org

Voorbeeldzinnen met `pasmar`
Voorbeeldzinnen laden....