Vertalingen parroquiano ES>NL
el/la parroquiano, -na
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [paro'kjano, -na] |
1) persona que pertenece a una parroquia determinada -
parochiaan Los parroquianos ayudaron al cura. - De parochianen hielpen de priester. |
2) persona que frecuenta habitualmente el mismo establecimiento -
stamgast los parroquianos del bar de la plaza - de stamgasten van de bar van het plein |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el parroquiano (m) | de afnemer (m) ; de cliënt (m) ; het gemeentelid ; de klant (m) ; de koper (m) ; de parochiaan (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `parroquiano`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: clienteES: compradorES: feligrésES: parroquiana